Jan 10, 2018

Phenom-World herenigd met moeder Fei   Phenom-World herenigd met moeder Fei 5 januari 2018  Thermo Fisher Scientific heeft Phenom-World ingelijfd. De Eindhovense ontwikkelaar van desktop elektronenmicroscopen wordt daarmee herenigd met moederbedrijf Fei, dat sinds 2016 onder de vlag van Thermo Fisher opereert. De (financiële) details van de deal zijn niet bekendgemaakt. Phenom-World begon eind jaren negentig als onderdeel van de researchafdeling van Fei. ‘Het idee was om inline inspectie te doen op wafers’, aldus ceo Emile Asselbergs. ‘Scanning elektronenmicroscopie is serieel, dus er moesten heel veel kolommen naast elkaar komen. Fei legde de vraag bij Philips Research om een kleine en goedkope sem-kolom te ontwikkelen.’ Technisch lukte dat goed maar commercieel werd het geen succes. De Phenom XL is een desktop elektronenmicroscoop van Phenom-World die grotere samples tot 100 bij 100 millimeter aankan. Uit onderzoek van Boer & Croon bleek dat er naast de high-endmarkt ook ruimte is voor minder geavanceerde elektronenmicroscopen. ‘Je kunt elkaar wel met veel moeite beconcurreren in het topsegment, de groei komt van onderaf’, stelt Asselbergs. Fei schakelde opnieuw het Natlab in. De opdracht was om met de beschikbare kennis van scratch een kleine en goedkope sem te ontwikkelen. In 2002 stond het eerste functionele model er. ‘Het was een erg lelijk systeem’, herinnert Asselbergs zich, ‘maar het werkte erg goed. Veel ideeën van toen zitten nog steeds in de Phenoms die we vandaag de dag verkopen.’ De volgende vraag was hoe Fei dit systeem verstandig moest engineeren en vermarkten. ‘We hebben er toen voor gekozen om samen met leveranciers te ontwerpen’, vertelt Asselbergs. ‘Onder leiding van een kernteam van zeven man bij Fei is de eerste Phenom gerealiseerd met NTS, Sioux, Benchmark en Van Berlo.’ In 2006 stond het eerste systeem bij Fei op tafel. ‘Fei heeft veel geïnvesteerd in de initiële marketing maar zijn hele dna ademt high-end. Niet alleen in ontwikkeling en marketing, maar ook in sales. Daardoor kwam het niet zo goed van de grond. Ook niet toen het een businessmodel probeerde waarmee het geld wilde verdienen via servicecontracten. Voor zo’n relatief goedkoop apparaat zitten klanten niet te wachten op een duur onderhoudscontract.’ Fei koos ervoor om afscheid te nemen van de business, maar het bedrijf vond het zonde om de activiteiten te laten overlijden. Ontwikkelpartners NTS en Sioux waren bereid te investeren . Beide bedrijven namen een belang van ongeveer veertig procent in de spin-off. Fei hield nog zo’n twintig procent aandeel in Phenom-World. Er kwam een aparte salesorganisatie die helemaal losstond van Fei en het begon als vanzelf te groeien. Onder de paraplu van Fei gingen de ontwikkelaars altijd voor het beste van het beste. ‘De Titan van Fei is nooit goed genoeg, niet voor Fei zelf en niet voor zijn klanten’, zegt Jos Maas, productmarketingmanager bij Phenom-World. ‘Wij kiezen voor kostenreductie. Dat betekent niet dat het systeem slecht is, maar wel dat het beperkt is in wat het kan. Natuurlijk haalt onze stage het niet bij die van ASML of Fei maar hij kan wel voldoende voor onze klanten. Goed is goed genoeg. Snel resultaat zonder omhaal, dat is ons devies. Hierdoor kost ons systeem vijf keer minder dan een instapmodel van Fei.’ Neem de samplehouder. Net als Fei heeft Phenom-World gespecialiseerde houders die ook kunnen kantelen en draaien. Die voldoen volledig aan de wensen van de gebruikers, maar zijn niet te vergelijken met de supercomplexe stages die Frencken voor Fei maakt. Hetzelfde geldt voor het positioneermechanisme van de stage onder de elektronenbundel. Phenom-World heeft dat opgelost met kogelomloopspindels en stappenmotoren. Geen extreem precieze encoders en snelheidsregelingen zoals bij Fei want een bewegingsnauwkeurigheid van een paar micron is goed genoeg. De rest kun je met een verplaatsing van de elektronenbundel compenseren. Om de kosten nog verder te drukken, maakt Phenom-World veel gebruik van zijn toelevernetwerk. ‘We besteden meer uit dan ASML’, stelt Asselbergs. Uiteraard veel bij NTS en Sioux. ‘Een partner als NTS heeft verstand van elektronenmicroscopen en heeft aan een half woord genoeg.’ NTS is ook verantwoordelijk voor de productie. ‘We hebben een paar heel slimme softwaremensen in dienst maar de echte codering - zeker geen triviaal werk - doet Sioux.’ Gerelateerde artikelen 5 januari 2018 - Thermo Fisher Scientific heeft Phenom-World ingelijfd. De Eindhovense ontwikkelaar van desktop elektronenmicroscopen wordt daarmee herenigd met moederbedrijf Fei, dat sinds 2016 onder de vlag van Thermo Fisher opereert. De (financiële) details van de deal zijn niet bekendgemaakt. Phenom-World begon eind jaren negentig als onderdeel van de researchafdeling van Fei. ‘Het idee was om inline inspectie te doen op wafers’, aldus ceo Emile Asselbergs. ‘Scanning elektronenmicroscopie is serieel, dus er moesten heel veel kolommen naast elkaar komen. Fei legde de vraag bij Philips Research om een kleine en goedkope sem-kolom te ontwikkelen.’ Technisch lukte dat goed maar commercieel werd het geen succes. De Phenom XL is een desktop elektronenmicroscoop van Phenom-World die grotere samples tot 100 bij 100 millimeter aankan. Uit onderzoek van Boer & Croon bleek dat er naast de high-endmarkt ook ruimte is voor minder geavanceerde elektronenmicroscopen. ‘Je kunt elkaar wel met veel moeite beconcurreren in het topsegment, de groei komt van onderaf’, stelt Asselbergs. Fei schakelde opnieuw het Natlab in. De opdracht was om met de beschikbare kennis van scratch een kleine en goedkope sem te ontwikkelen. In 2002 stond het eerste functionele model er. ‘Het was een erg lelijk systeem’, herinnert Asselbergs zich, ‘maar het werkte erg goed. Veel ideeën van toen zitten nog steeds in de Phenoms die we vandaag de dag verkopen.’ De volgende vraag was hoe Fei dit systeem verstandig moest engineeren en vermarkten. ‘We hebben er toen voor gekozen om samen met leveranciers te ontwerpen’, vertelt Asselbergs. ‘Onder leiding van een kernteam van zeven man bij Fei is de eerste Phenom gerealiseerd met NTS, Sioux, Benchmark en Van Berlo.’ In 2006 stond het eerste systeem bij Fei op tafel. ‘Fei heeft veel geïnvesteerd in de initiële marketing maar zijn hele dna ademt high-end. Niet alleen in ontwikkeling en marketing, maar ook in sales. Daardoor kwam het niet zo goed van de grond. Ook niet toen het een businessmodel probeerde waarmee het geld wilde verdienen via servicecontracten. Voor zo’n relatief goedkoop apparaat zitten klanten niet te wachten op een duur onderhoudscontract.’ Fei koos ervoor om afscheid te nemen van de business, maar het bedrijf vond het zonde om de activiteiten te laten overlijden. Ontwikkelpartners NTS en Sioux waren bereid te investeren . Beide bedrijven namen een belang van ongeveer veertig procent in de spin-off. Fei hield nog zo’n twintig procent aandeel in Phenom-World. Er kwam een aparte salesorganisatie die helemaal losstond van Fei en het begon als vanzelf te groeien. Onder de paraplu van Fei gingen de ontwikkelaars altijd voor het beste van het beste. ‘De Titan van Fei is nooit goed genoeg, niet voor Fei zelf en niet voor zijn klanten’, zegt Jos Maas, productmarketingmanager bij Phenom-World. ‘Wij kiezen voor kostenreductie. Dat betekent niet dat het systeem slecht is, maar wel dat het beperkt is in wat het kan. Natuurlijk haalt onze stage het niet bij die van ASML of Fei maar hij kan wel voldoende voor onze klanten. Goed is goed genoeg. Snel resultaat zonder omhaal, dat is ons devies. Hierdoor kost ons systeem vijf keer minder dan een instapmodel van Fei.’ Neem de samplehouder. Net als Fei heeft Phenom-World gespecialiseerde houders die ook kunnen kantelen en draaien. Die voldoen volledig aan de wensen van de gebruikers, maar zijn niet te vergelijken met de supercomplexe stages die Frencken voor Fei maakt. Hetzelfde geldt voor het positioneermechanisme van de stage onder de elektronenbundel. Phenom-World heeft dat opgelost met kogelomloopspindels en stappenmotoren. Geen extreem precieze encoders en snelheidsregelingen zoals bij Fei want een bewegingsnauwkeurigheid van een paar micron is goed genoeg. De rest kun je met een verplaatsing van de elektronenbundel compenseren. Om de kosten nog verder te drukken, maakt Phenom-World veel gebruik van zijn toelevernetwerk. ‘We besteden meer uit dan ASML’, stelt Asselbergs. Uiteraard veel bij NTS en Sioux. ‘Een partner als NTS heeft verstand van elektronenmicroscopen en heeft aan een half woord genoeg.’ NTS is ook verantwoordelijk voor de productie. ‘We hebben een paar heel slimme softwaremensen in dienst maar de echte codering - zeker geen triviaal werk - doet Sioux.’ Abonneer direct op onze nieuwsbrief